woensdag 2 juli 2014

De Mont Blanc Marathon

27 juni 2014. Om kwart voor drie gaat de wekker in ons appartement. Met Esther en Robert maken we ons klaar voor de start die om 4 uur is. Licht ontbijt met een kopje thee en om 20 voor 4 wandelen we naar de start. Het appartement waar we in Chamonix verblijven staat op 230 meter afstand van start. Als we aankomen staat bijna iedereen al klaar. Ik stap redelijk vooraan het startvak in bij George en Roman.
Na wat Frans geneuzel start om 4 uur de Mont Blanc Marathon. 80km met 6000hm. Ik heb voor mezelf deze tocht opgedeeld in 4 etappes. 4x vanuit het dal de berg op. Vanaf de eerste stap gaat het omhoog. Eerste doel is Le Brévent, de eerste top op 2500m. Het eerste uur is het nog donker als we de berg oplopen. Tegen de tijd dat we de top bereiken begint het te schemeren en al snel kunnen de hoofdlampen uit. We genieten van een schitterende uitzicht op de Mont Blanc aan de overkant van het dal. Door de sneeuwvelden dalen we af naar Planpratz op 2000m waar de eerst post staat. Bij de eerste afdaling merk ik al dat ik bij het dalen niet mee kan komen. Waar ik omhoog het tempo goed bij kan houden is dat nu wel anders. Heel veel lopers halen me in tijdens de afdaling. Bij Planpraz laat ik mijn bebloede vinger even behandelen dat geschampt was bij een val in de sneeuw. Ondertussen wordt mijn rugzak gecontroleerd of ik de verplichte uitrusting bij me heb. Na nog een stukje dalen over goede paden gaat het richting La Flégère. In de afdaling voel ik mijn rug, het zal toch niet dat mijn rug me vandaag gaat opspelen!?
Na La Flégère wordt de route technischer, moeilijker. Het tempo gaat rap omlaag en met hardlopen heeft het weinig meer van doen. Smalle paadjes met veel rotsblokken waar overheen gestapt of geklommen moet worden. De stokken waarmee ik loop komen enorm van pas om op af te zetten of steun te bieden.
De afdaling van Lac des Chéserys naar Col des Montets gaat voor geen meter. Een smal pad steil naar beneden met vele rotsblokken en andere moeilijkheden. Stapje voor stapje daal ik af, maar wordt weer door heel veel andere lopers ingehaald die als berggeiten naar beneden stuiteren. Dit gaat mijn mogelijkheden te buiten.

Na deze eerste lastige afdaling komen we in Le Buet aan waar weer een verzorgingspost is. Het water is hier bijna op, maar ik weet mijn rugzak bij te vullen voor de 2e etappe. Ik eet wat en neem een paar glazen cola om de stokken weer op te pakken en verder te gaan. Op naar Col de la Terrasse op 2643m. Bij het bestuderen van de kaarten de afgelopen weken was me al duidelijk geworden dat dit deel de scherprechter zou worden. Een klim van totaal 1300m, maar ook heel veel lastige stukken. Ik reken op lastig, maar al snel wordt het zwaar en moeilijk. Grote stukken zijn amper te belopen. Vasthouden aan kettingen moet je jezelf omhoog hijsen om verder te komen. Het is niet alleen lijden. De uitzichten zijn magnifiek. De indrukken die je opdoet zijn geweldig. De uren vliegen voorbij, de kilometers tikken langzaam weg. Volgens het hoogteprofiel met de kilometers zou ik bij km 33 op de top moeten zijn. Bij 45 weer onder in het dal bij Vallorcine. Lang voordat we de top nog moeten bereiken staat de kilometerteller (Garmin Fenix die ik gehuurd heb) reeds op 38. Ik krijg het vermoeden dat deze etappe langer is. 

1e deel 2e etappe klim omhoog.
Na nog een stuk klimmen bereiken we een hoogte van 2300m waar heel veel sneeuw ligt. Klimmen en klauteren wordt nu glibberen en glijden. De sneeuw is bevroren en zit vol met gaten en kuilen. Hardlopen is er niet bij. 

Na een steile beklimming ligt de volgende uitdaging al te wachten. We mogen/moeten nu steil afdalen over de sneeuw. Velen gaan erbij zitten en glijden zo naar beneden. Een heel spoor heeft zich al gevormd door de velen lopers die glijdend naar beneden zijn gegaan. Ik probeer 'skieënd' met mijn maat 47 beneden te komen hetgeen me nog aardig af gaat ook nog. Even verder bereiken we de post bij de Col du Passet. De teleurstelling is groot als blijkt dat het water op is of er nog niet is; alleen wat cola is er nog te verkrijgen. Geen goede beurt voor de organisatie. Nood breekt wet en ik giet een liter cola in de rugzak. Volgende post is Vallorcine en die ligt 8km verderop. Zonder drinken verder is geen optie want je bent toch zo weer 2 uur onderweg. Het eerste deel van dit deel naar Vallorcine is weer erg technisch. Vele lastige klimmetjes met trappetjes en kettingen/leuningen om de tocht te vervolgen. Toch weer een uur onderweg voordat het pad wat gemakkelijker wordt en de afdaling wordt ingezet.


Bij het uitkomen van het bos loop ik het dorp Vallorcine in. Een toeschouwer op een terras zittend roept: 'Fryslân boppe'. Een reactie op mijn Friese vaandel aan mijn rugzak. Ik stop, keer me om en maar een praatje met een echtpaar dat zit te wachten op hun dochter die ook meedoet. Leuk even. Nog een paar kilometer en dan ben ik bij de post in Vallorcine. Als het goed is staat Karien hier voor de morele steun en nog wat andere spulletjes. Vlak voor de post staan Karien en ook Ingrid te juichen. Ik ben blij ze te zien. Nog even doorlopen tot aan de verzorgingspost en dan maar even bijpraten met hen. In plaats van de geplande 45km staat er inmiddels een 52km op de teller. Als de rest wel klopt nog iets van 35km te gaan. De moed zakt me in de schoenen. Nog 2 keer een 1000m hoogte te overwinnen. Ik trek de schoenen maar even uit en ga even liggen. Bijkomen van alle vermoeidheid en indrukken. Even geloof ik het wel. Ik hoor van Karien dat Esther dreigt uit te stappen als ze straks in Vallorcine is. Voor Robert is het afwachten of hij wel op tijd is. Ik bel met Ienskje die me weer wat weet te motiveren om verder te gaan, je bent immers niet geblesseerd! Na een kwartier trek ik de schoenen weer aan, doe de rugzak weer op de rug en vertrek toch maar voor de 3e etappe.

Op naar de Les Possettes, op naar de 2100m. Tot 1900m is het allemaal aardig te belopen. Het eerste stuk door het bos is te overzien, daarna een skigebied met relatief brede paden waar goed te lopen is. Het venijn zit hem in de staart waarbij de top moet worden overwonnen wat meer lijkt op een hoeveelheid rotsen met af en toe een stukje pad in plaats van een pad met obstakels. Al met al toch weer boven gekomen. Nu gaat het idee leven dat het moet lukken te gaan finishen. Weliswaar niet voor donker, maar het moet te doen zijn om in ieder geval voordat het donker wordt (zo rond 10 uur 's avonds) het hoogste punt bij Les Montenvers te bereiken.
Af en toe heb ik wat kramp in mijn rechterbovenbeen hetgeen me noopt tot niet te gek doen. Het eerste deel afdalen na Les Possettes is weer erg technisch. Na het volmaken van dit deel volgt een relatief goed te belopen deel van een zevental kilometers. Hoewel de bovenbenen veel pijn doen, weet ik er toch iets van hardlopen van te maken. Het gaat met de nodige moeite, maar een stukje hardlopen is in zekere zin toch wel fijn. Gewoon even lekker in een loopritme komen.
Je bent even onderweg, maar na 70km kunnen we even uitrusten in Les Bois voordat de laatste klim naar het treinstation bij Les Montenvers begint. Vooraf al gezien dat hier een heel steil stuk inzat, waarschijnlijk ook heel erg technisch. Eerst een paar kilometer door het bos. Bij een klein restaurantje had de eigenaresse wat water en thee voor ons, maar toen moesten we echt aan de bak. Een enorm technisch en steil pad vol kleine en grote rotsen, trappetjes en kabels. Gelukkig in een groepje mee omhoog kunnen gaan en bij kunnen blijven. Wanneer we in Les Montenvers arriveren begint het te schemeren en een heel klein beetje te regenen. We stoppen om de hoofdlampen tevoorschijn te halen, de mouwstukken kunnen weer omhoog en ik doe de bodywarmer weer aan. Het regenjackje laat ik vooreerst nog even in de rugzak. Nog even een hapje en drankje (cola en thee met veel suiker) en we gaan weer door. Met een man of acht lopen we het duister in. Er wordt weinig tot niks gezegd. Stap voor stap dichter bij de finish. Deze is nog ver, maar komt dichterbij. 5 kilometer verder en bijna 200m hoger bereiken we de laatste post Plan de L'aiguille. Precies op 80km. De mannen gaan zitten, strakke gezichten en amper een woord. De vrijwilligers monteren ons op met nog 6 kilometer te gaan. Anders lach je erom. Nu is het aardenacht, zit je boven op een berg, wacht een afdaling die 1000 meter daalt en heb je bijna 19 uur gelopen. De bovenbenen branden, zijn vermoeid, willen niet meer. Opgeven zit er nu niet meer in.

Ik probeer een pack te sluiten met een oudere man om samen af te dalen, helaas voor mij is hij in staat veel sneller af te dalen dan ik doe en al na een tiental meters is hij uit het zicht. Het enige dat ik nog zie is een flauw schijnsel van een hoofdlamp dat in het bos verdwijnt.
Achter me hoor ik voetstappen van iemand die mij weer probeert te volgen. Het is een Ier die ook maar één doel heeft en dat is heelhuids beneden komen. Met hetzelfde doel blijven we bij elkaar lopen en helpen we elkaar zoveel mogelijk. Eamonn (zo heet de Ier) is in de eerste etappe al gevallen op een rotsblok en heeft veel last van de ribben. (achteraf blijkt gebroken). Langzaam maar zeker dalen we af en er lijkt geen einde aan de afdaling te komen. Ienskje zit haar thuis te verbijten zo lang dat het duurt en probeert me te bellen. Ik heb betere dingen te doen op het moment dat we nog in het bos aan het afdalen zijn. Aardenacht en dan met een hoofdlampje rotsen, stenen, bomen, wortels en andere obstakels vermijden vragen de uiterste concentratie. Iedere stap doet pijn aan de bovenbenen. Na dik 1,5 uur staan we onderaan de berg en lopen een parkeerplaats in Chamonix op. Nog iets van een kilometer door Chamonix tot aan de finish. Ondertussen bel ik Ienskje om haar gerust te stellen dat we er bijna zijn en nu het dorp inlopen. Thuis maken ze een vreugdedansje terwijl wij door het dorp lopen. Applaus van mensen op de diverse terrassen doen ons goed. Na 20 uur en 3 kwartier mogen we onze armen de lucht in steken en de finishlijn passeren.
Dood en doodop zit het erop. We krijgen elk een medaille en een mooi poloshirt met finisher Mont Blanc Marathon. Het biertje dat erbij kwam smaakte ook goed. Huisgenoot Esther stond me bij de finish op te wachten (enorm bedankt) en me te verwelkomen. Een felicitatie en knuffel is wel verdiend.
Terwijl Eamonn de EHBO opzoekt loop ik met Esther naar het appartement. Het is mooi geweest na een hele lange lange dag.